Focus op aardgasvrij-gereed

Richting 2030 leggen wij de focus op aardgasvrij-gereed, waarbij woningisolatie en energiebesparing de hoogste prioriteit heeft. Het volledig aardgasvrij worden van buurten en dorpen komt in een later stadium.

In 2020 heeft de gemeente een traject doorlopen rond een aanvraag voor een proeftuinsubsidie aardgasvrije wijken. Op basis van onze ervaringen hiermee, de in Nieuwkoop aanwezige warmtebronnen en de onderzochte kansen voor warmtenetten verwachten wij niet dat een aardgasvrije wijk in Nieuwkoop op korte termijn (niet voor 2030) te realiseren is zonder een grote financiële impuls. Er is nog veel onderzoek nodig naar de mogelijkheden van het benutten van aanwezige warmtebronnen en de technische uitwerking naar lage of hoge temperatuurnetten. Als een warmtenet reëler gaat worden dan zullen ook de woningen daarop moeten worden aangepast. Ten slotte zal een warmtenet goed georganiseerd moeten worden, wat zorgvuldigheid vereist en waar tijd voor nodig is. Wij achten het dan ook niet realistisch om vóór 2030 hele wijken van het aardgas af te halen. Daarom richten wij ons vooral op de voorbereidingen om buurten, wijken, dorpen gereed te maken van het aardgas af te gaan. We gaan dus niet stil zitten. De gemeente neemt de opgave van aardgasvrije gebouwen en woningen in 2050 serieus. Daarom beginnen we op korte termijn met een aantal activiteiten gericht op met name woningisolatie en energiebesparing. Daarnaast gaan we verder onderzoek doen naar warmtenetten. Over vijf jaar kijken we waar we staan en actualiseren we onze visie.

Transitievisie Warmte is een eerste start

We zien de Transitievisie Warmte dus uitdrukkelijk als een eerste start; een fundament waar we verder op bouwen. Het vormt de basis voor nader onderzoek naar technieken en systemen en het geeft een prioritering van gebieden waar we ons extra voor gaan inspannen. We wijzen niet aan welke buurt, wijk of dorp eerst van het aardgas af gaat. Wel kunnen we stappen zetten om buurten, wijken, dorpen gereed te maken om van het aardgas af te gaan. Dit komt tot uiting in diverse wijkaanpakken en uitvoeringsplannen.


 
 Streven naar een balans tussen individuele en collectieve warmtesystemen

Bij het ‘aardgasvrij gereed’ maken van buurten, wijken en dorpen is het van belang rekening te houden met de keuze voor individuele of collectieve warmtesystemen. Uit de PBL-analyse komt naar voren dat in een groot deel van de gemeente individuele warmtesystemen het meest haalbare/gunstig zijn, zie de WAT-kaart. Dit komt doordat in het buitengebied en de kleinere dorpen het aantal aansluitingen voor een collectieve voorziening te beperkt is of dat er bijvoorbeeld geen warmtebron aanwezig is. Er zijn bepaalde clusters waar een collectieve mogelijkheid (warmtenet, open WKO) wel het onderzoeken waard is. Kanttekening hierbij is dat de technische en economische haalbaarheid nog erg lastig is door 1) de beperkte potentie en specifieke locatie van de warmtebronnen, 2) de financiële mogelijkheden die woningeigenaren en woningcorporaties hebben, 3) de hoeveelheid (en afstand tussen) aansluitingen op woningen en 4) andere factoren. Dit bemoeilijkt het proces om warmtenetten (en andere collectieve vormen) van de grond te krijgen en versterken de noodzaak om intensiever met elkaar samen te werken. Aangezien collectieve warmtesystemen (zoals een warmtenet) over het algemeen minder elektriciteit nodig hebben dan de individuele systemen, is het belangrijk om de mogelijkheden van warmtenetten te blijven onderzoeken. Een goede mix van lokale warmtebenutting en (individuele) all electric systemen maakt dat het elektriciteitsnet gelijkmatiger belast wordt en maakt het systeem minder kwetsbaar.