Potentiële warmteclusters

Op basis van de warmtevraag, de beschikbaarheid van warmtebronnen en andere gegevens zijn de warmteopties in beeld gebracht. De onderstaande WAT-kaart geeft de kansrijke alternatieven voor aardgas per buurt of cluster weer. In een groot deel van de gemeente komen individuele systemen, zoals all-electric voorzieningen naar voren. Daarnaast zijn er verschillende clusters waar technische mogelijkheden voor een warmtenet liggen. Dit zijn twee verschillende soorten clusters (aangegeven in blauw en oranje):

  1. Met bron, hier is het mogelijk om een cluster woningen aan te sluiten op een beschikbare warmtebron zoals warmte uit oppervlaktewater of afvalwater. Ook biedt het benutten van restwarmte uit de glastuinbouw mogelijkheden.

  2. Zonder bron, de kenmerken geven aan dat de buurt geschikt is voor een warmtenet, maar er is nog onvoldoende duidelijk over het voeden van een net met warmte. Hier kunnen kleine warmtenetten een optie zijn, of er moet verder gezocht worden naar een andere bron. De terugvaloptie voor deze buurten is een individuele voorziening per gebouw.

  3. Daarnaast zijn er kleinschalige clusters (ca. 100 woningen/ aansluitingen) te onderscheiden. Deze komen niet op deze kaart terug. Hier bestaan weinig tot geen directe kansen voor een concurrerende, collectieve warmtevoorziening. 




De WAT-kaart geeft een impressie. Er zijn drie kanttekeningen bij deze kaart:

  1. Deze kaart is geen definitief eindbeeld: we staan nog aan het begin van de warmtetransitie. De kennis, inzichten en technieken kunnen nog veranderen in de komende jaren.

  2. De grenzen hiervan liggen niet vast: we hebben ervoor gekozen om het meest kansrijke warmtesysteem per dorp/buurt weer te geven. Daarnaast zijn er twee grotere clusters gedefinieerd waar kansen liggen voor het benutten van lokale warmte. In de uitvoeringsplannen kunnen de grenzen weer anders komen te liggen.

  3. De warmtevraag op bedrijventerreinen is complexer dan in woonwijken, omdat er soms ook warmte nodig is voor industriële processen. Voor deze TVW zijn de meest kansrijke warmte opties voor de bedrijventerreinen nog niet volledig onderzocht.

Op de WAT kaart zijn 2 clusters te onderscheiden:

Cluster 1: Nieuwveen
Nieuwveen kent twee mogelijke en reeds aanwezige type bronnen: de AWZI in het zuiden en de glastuinbouw, met lokaal een warmteoverschot, in het noorden. Deze twee bronnen zouden samen een warmtenet kunnen voeden voor de gebouwen in Nieuwveen en de wijk Schoterveld, eventueel in combinatie met andere warmtebronnen. Voor een duurzaam uitwisselingssysteem is het van belang dat het gebruik van aardgas voor de glastuinbouw wordt uitgefaseerd. Daarvoor lopen onderzoeken naar de mogelijkheden om tuinbouwkassen aan te sluiten op een mogelijk toekomstig geothermie netwerk. Dit wordt binnen Greenport Aalsmeer nader onderzocht.


In onderstaand figuur is de energiebehoefte voor de teelten in Nieuwveen en omgeving in beeld gebracht. Wat opvalt is dat de rozenteelt relatief energiebehoeftig is. Bij deze teelt komt veel restwarmte vrij dat gebruikt kan worden voor het voeden van een warmtenet.


Cluster 2: Papenveer
Dit is een gebied met diverse functies: naast ongeveer 400 woningen is er veel glastuinbouw. De glastuinbouw heeft een grote en relatief constante warmtevraag. Er is een kans om een gezamenlijk warmtenet te realiseren op aquathermie, WKO en misschien ook (lage temperatuur) aardwarmte. Naast de glastuinbouw rekenen we ook het bedrijventerrein Bovenland tot dit cluster.



Overige clusters
Veel buurten hebben een aantal kenmerken die geschikt zijn voor een warmtenet, maar er is geen bron beschikbaar die genoeg warmte kan leveren. Vooralsnog zijn hier individuele systemen aan de orde, echter we willen een warmtenet niet volledig uitsluiten. Daarom zijn voor deze gebieden wel mogelijkheden voor collectieve systemen toegekend. Een lage temperatuur warmtenet wordt vanuit de analyse gezien als een concurrerende, of zelfs voordeligere, warmtevariant in vergelijking tot een all-electric scenario. Voor deze clusters is het noodzakelijk breder te kijken dan alleen aquathermie. Er is een mix van warmtebronnen nodig, zoals WKO, lage temperatuur aardwarmte of zonthermie in combinatie met een seizoenbuffer.

Extensieve bebouwing
Op de WAT-kaart gaat het vooral om warmteclusters binnen de dorpen/kernen. De wat ruimer opgezette wijken, de vrijstaande woningen (waaronder ook de woonboten) en de oude (en soms monumentale) woningen langs bijvoorbeeld de Wetering vallen niet binnen de clusters. Hiervoor is over het algemeen een individuele warmtevoorziening de beste oplossing.